Shamrock Rovers – Bohemian FC

24 juni 2022, Tallaght Stadium

Dublin, de stad van Guinness, Jameson, de Temple Bar én de Dublin derby. Het is de wedstrijd tussen het rood-zwart van Bohemian FC en het groen-wit van Shamrock Rovers. De wedstrijd waar de middenklasse en de working class lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo’n moment dat de popgroepen Spandau Ballet en Baccara niet op één avond in dezelfde pub gedraaid kunnen worden. Tijd voor Shamrock Rovers – Bohemian FC!

Voetbalstad Dublin
Dublin is meer dan alleen Shamrock Rovers en Bohemian FC. Deze stad heeft dit seizoen maar liefst vijf clubs op het hoogste niveau spelen. Shelbourne FC, St. Patrick’s Athletic FC en UC Dublin maken Dublin voor dit seizoen compleet. In feite zijn het er vier omdat het stadion van Shamrock Rovers, Tallaght Stadium, ruim tien kilometer buiten de stad ligt. De club Shamrock Rovers is daarentegen wel ontstaan in Dublin en heeft daar van 1926 tot en met 1987 ook haar thuiswedstrijden gespeeld. Van het stadion Glenmalure Park is niets meer over. De grond werd verkocht aan een projectontwikkelaar die er woningen op bouwde. The Hoops verhuisden niet direct naar het Tallaght Stadium. Van 1987 tot en met 2009 speelde Shamrock Rovers haar wedstrijden voornamelijk in Tolka Park.

Tolka Park is het stadion van Shelbourne FC. Deze club is opgericht in 1895 en heeft sindsdien dertien landskampioenschappen op haar naam geschreven. De bijna tienduizend supporters die in het stadion kunnen, hebben naast de Ierse teams ook meerdere Europese teams gezien. Zo hebben ploegen als Glasgow Rangers, KR Reykjavik, Hadjuk Split en het Spaanse Deportivo La Coruña de weg naar Tolka Park weten te vinden voor een Europacup avondje.

We verlaten voor nu even het noorden van Dublin en vertrekken naar het westen van de stad. Op vijf minuten van het Guinness Storehouse ligt Richmond Park. Het is de thuishaven van St. Patrick’s Athletic FC. Het stadion heeft een capaciteit van ruim vijfduizend toeschouwers en is gebouwd in 1925. Ook St. Patrick’s Athletic FC zwierf in haar geschiedenis langs verschillende stadions. De plannen om samen met Shamrock Rovers in het Tallaght Stadium te gaan spelen, kon op veel weerstand van de aanhang rekenen. De club kwam hier uiteindelijk ook op terug. In 2018 waren er nog plannen om een nieuw stadion te bouwen, maar die plannen werden door de Dublin City Council afgewezen. St. Patrick’s Athletic FC werd in haar geschiedenis acht keer landskampioen.

Vanuit het westen vertrekken we richting het zuidoosten van de stad. Hier ligt het stadion van UC Dublin, UCD Bowl. De volledige naam UC Dublin is University College Dublin AFC. De club is op de universiteit van Dublin opgericht in 1895. Pas in 1979 werd het toegelaten tot de hoogte divisie. In 1984 won UC Dublin de FAI Cup. Door de beker te winnen speelde de club Europees voetbal. In de Europacup II kwam Everton FC uit de koker. Thuis werd knap de 0-0 op het bord gehouden, maar in Liverpool moest UC Dublin haar meerderen erkennen en verloor het met 1-0. Het stadion biedt momenteel plaats aan drieduizend toeschouwers. Het aantal is iets minder dan de laatste club van de vijf.

Vanuit het zuidoosten van de stad gaan we terug naar het noorden van de stad. Welkom in de wijk Phibsborough. Hier is the home of Irish football te vinden. Dalymount Park is de thuishaven van de tegenstander van vanavond, Bohemian FC. Het stadion is geopend in 1901. De bekende architect Archibald Leitch heeft het naar zijn hand gezet: Dalymount Park is werkelijk een pareltje. Ben je er nog niet geweest? Vinck dit stadion snel, want er zijn plannen om het te gaan renoveren. Het stadion heeft werkelijk waar alles: de lichtmasten komen van het oude Highbury, er zijn smalle turnstiles en oude vervallen tribunes waar het onkruid door heen groeit. Het is de ultieme droom voor een liefhebber die van oude stadions houdt. Het stadion heeft zo’n rijke geschiedenis die niet in één alinea valt samen te vatten. Je moet het zien, voelen en ervaren om het te beseffen.

An turas
Dublin is per vliegtuig heel makkelijk te bereiken. Dagelijks vertrekken er vliegtuigen vanaf Schiphol en Eindhoven. Ik maak de oversteek vanaf Schiphol mee. De inmiddels welbekende drukte valt deze vrijdagmiddag wel mee. Een goede voorbereiding is het halve werk. Na een rustige vlucht sta ik binnen anderhalf uur in Dublin. Doordat dit niet mijn eerste keer Dublin is, zie ik veel bekende dingen. Beginnend met het vliegveld. Op de één of andere manier blijven routes bij mij goed hangen. Binnen mum van tijd zit ik in de bus naar het centrum van de stad. Omdat ik de stad en de bezienswaardigheden al heb gezien ga ik meteen door naar het dorpje Tallaght. Bij de halte James’s Luas stap ik uit de bus en wacht ik op de tram. Deze komt een paar tellen later, dus kan ik snel mijn reis vervolgen.

Na een halfuur in de tram stap ik uit bij The Square. Precies tegenover deze halte ligt het hotel waar ik slaap. Het was nog één van de weinige hotels die een kamer beschikbaar had. Een paar weken na het boeken van mijn vliegtickets zocht ik nog een hotel. Maar naast deze derby waren er nog meer evenementen in de stad waardoor alles vol zat. Het werd dus slapen in het dorpje in plaats van in de stad. Ik check snel in en ga naar mijn kamer. Als ik de deur open is mijn zicht maar op één ding gefocust. Vanuit het raam kijk ik het Tallaght Stadium in. Ik sta even stil bij het moment en besef dat dit het begin is van een mooie ervaring.

Guinness & fish and chips
Ik loop het dorpje in om te kijken of ik in een pub wat kan eten en drinken. Ieder restaurant dat ik zie is gesloten om te eten. Het is alleen mogelijk om te bezorgen. Waarom? Geen idee. De restaurants waar ik wel wat kan eten zijn de welbekende dönertenten of een Indiaans restaurant. Omdat ik iemand ben die de lokale keuken graag wil proeven, loop ik terug naar het hotel. Geen durum döner of Indiaanse curry voor mij, maar een fish and chips met citroen en een glas Guinness. Ik neem m’n tijd om even rustig wat eten voordat ik naar de wedstrijd ga. Als ik mijn maaltijd op heb, komen er steeds meer supporters van Shamrock Rovers de hotelbar binnen. Ze komen hier ook even snel wat eten of drinken een biertje. Ik drink er nog een paar en vertrek dan naar het stadion.

Tallaght Stadium
Het Tallaght Stadium heeft een prachtige backdrop. Over de heuvels ten zuiden van het stadion komen langzaam de wolken. Het waait stevig ten zuiden van Dublin en de regendruppels zijn soms voelbaar. Dat verbaast natuurlijk niemand, want Ierland is geen land waar het altijd zonnig is. De vlaggen rondom het stadion staan strak door de wind. Ik loop naar het stadion toe en zie dan plots een prachtig stukje Nederlandse kunst. Op een elektriciteitskastje is het Tallaght Stadium geschilderd onder de sterrennacht van Van Gogh. Een kaartje hoef ik niet meer te kopen, want dat heb ik vooraf gedaan. Die keuze is juist geweest, want het bordje met sold out hangt bij de ticket corner.

Dat ik niet de enige niet-Ier ben is wel duidelijk. Ik hoor met enig regelmaat Duits om mij heen. Omdat een aantal een korte broek dragen en hun benen vol staan met voetbalgerelateerde tatoeages, is het ook al snel duidelijk voor welke club ze zijn. Rond het uitvak is het druk. De garda houdt alles goed in de gaten, want er staat een enorme rij aan uitsupporters. Er gebeurt niets noemenswaardig tot dat er afgetrapt gaat worden.

No pyro, no party
Ik haal mijn e-ticket tevoorschijn en word gefouilleerd. De eerste stappen in een voetbalstadion in Ierland voelen weer enorm goed. In het verleden ben ik eens bij Bohemian FC – Bray Wanderes geweest en dat was een fantastische ervaring. Als ik zou moeten kiezen tussen Tallaght Stadium en Dalymount Park is mijn keuze heel snel gemaakt. Iedere liefhebber zou voor Dalymount Park gaan. Ondanks dat heeft dit stadion wel degelijk iets. Ik vind persoonlijk de hoofdtribune met haar rondingen wel iets hebben. En het zicht op de heuvels vanaf buiten is fantastisch. Met enig regelmaat wordt het nummer ‘Yes sir, I can boogie’ afgespeeld en staat iedereen van jong tot oud mee te zingen; de sfeer in het stadion is goed.

De ultras van Shamrock Rovers, SRFC Utras, zijn druk bezig met het voorbereiden van een sfeeractie. De vlaggen worden per winkelwagen naar de tribune gereden. Alles wordt uitgedeeld en een spandoek komt ook uit één van de winkelwagens. Het spandoek wordt open gevouwen en daar zit de tape van het schilderen nog op. Als er met de vlaggen gezwaaid wordt en de muziek voor de opkomst afgespeeld wordt, is het tijd voor vuurwerk. De groene rookpotten en groene fakkels worden afgestoken. Het we all hate Bohs galmt door het stadion heen. Dat houdt het niet heel lang vol, omdat het snel opgevolgd wordt door boegeroep. In het uitvak wordt ook een spandoek opengevouwen, met een hoop fakkels en rookpotten eromheen. Meer dan de helft van dat vuurwerk komt op het veld terecht. Dat gaat samen met minutenlang ‘Fuck the Hoops, they always run-away scum, We all hate Hoop scum’.

We all hate…
Het spel wat op de mat gelegd wordt is slecht. Een simpele opbouw is moeilijk, omdat alles meteen naar voren wordt geschoten. Simpele ballen het middenveld in of een back aanspelen gaat met veel schakels ertussen. Gelukkig maakt dat vanavond niets uit, want het gaat erom wie de baas in Dublin wordt. Op de tribunes zou ik zeggen dat het uitvak voor nu de winnaar zou zijn. Ze zijn geen moment stil en het we all hate Hoop scum blijft maar gezongen worden. Logisch, want het liedje zingt ook heerlijk mee. Het antwoord van de SRFC Ultras is continu we all hate Bohs.

De spanning is voelbaar in het stadion en die wordt bij mij ineens nog hoger. Ik krijg een SMS dat mijn terugvlucht geannuleerd is. Even stijgt mijn hartslag, maar al snel ga ik weer over tot de orde van de dag. De ruststand is uiteindelijk 0-0. Om toch maar niets aan het toeval over te laten, bel ik mijn reisverzekering. Hier heb ik niets aan, want zij kunnen geen toezeggingen doen omdat het de alarmcentrale is. De klantenservice was gesloten. Ondertussen wordt de tweede helft hervat, dus ik rond het gesprek af.

Yes sir, I can boogie!
Ik loop de trap op om weer een plekje te zoeken. Dan volgt er een orkaan van geluid door het stadion. The Hoops komen op een 1-0 voorsprong! De fakkels en rookpotten worden weer ontstoken. Een verdwaalde discoflitser rolt van de trap af. Het is een wirwar van rookdampen, middelvingers, we all hate Bohs en andere gekke taferelen. Als de rookdampen zijn opgetrokken is het enige wat ik nog hoor ‘Yes sir, I can boogie‘. De songtekst leer ik in het stadion en voor het einde van de wedstrijd zing ik als een echte gloryhunter mee.

Yes sir, I can boogie
But I need a certain song
I can boogie, boogie woogie all night long
Yes sir, I can boogie
If you stay, you can’t go wrong
I can boogie, boogie woogie all night long.

Als je denkt dat je alles hebt meegemaakt, is dat vanavond niet het geval. Een lichtmast begeeft het ook nog eens, maar niemand kijkt hiervan op. De grijze rookpluimen komen uit de lichtmast, maar het enige wat gedaan wordt is een brandweerwagen in de buurt zetten. De wedstrijd gaat ondertussen gewoon door en heeft geen moment stilgelegen. De lichtmast is inmiddels uitgerookt als het einde van de wedstrijd in zicht is. De Bohs worden op een paar schoten na niet meer gevaarlijk en de Hoops doen er alles aan om de wedstrijd over de streep te trekken. Als het laatste fluitsignaal klinkt, is het meteen Baccara die zijn intrede doet in het stadion. Opnieuw is het yes sir, I can boogie wat te horen is. Alle rookpotten en fakkels die nog beschikbaar waren, worden afgestoken.

De spelers worden bedankt, er wordt mee gezongen en de handen worden geschut. Zij zijn tot de volgende ontmoeting de helden van meer dan zevenduizend supporters die hier in het stadion zitten. Uiteindelijk is het ook voor mij tijd om terug te keren naar het hotel. In de bar bekijk ik de gemaakte foto’s. Onder het genot van een pint kan ik alleen maar glimlachen. Deze wedstrijd was geweldig om mee te maken en mijn reisverzekering heeft alles geregeld zodat ik alsnog op de geplande dag terug kan vliegen.

Dalymount Park
De volgende dag wil ik voordat ik naar het vliegveld ga nog even langs Dalymount Park. Ondanks dat ik het stadion al eens gezien heb en er nog meer stadions in Dublin zijn, blijft het kriebelen bij Dalymount Park. Via de tram en een wandeling kom ik bij het stadion. Ik zie de lichtmasten van het oude Highbury opdoemen. In deze volksbuurt zie je vandaag nergens iets groens behalve mijn polo. Niemand die er iets om lijkt te geven. Als ik bij the home of Irish football sta komt er een moment van bezinning. Vincken is lijden, maar deze trip had alles. Rond het stadion schiet ik nog een aantal foto’s als herinnering. Alle hekken zitten helaas op slot, dus de oude tribunes moet ik aan mij voorbij laten gaan.

Ik leg het uitvak en de Jodi Stand vast met de St. Peter’s Roman Catholic Church op de achtergrond. Na een wandeling naar de hoofdingang kijk ik mijn ogen uit. De gespoten graffiti hier op de muren zijn kunst en de bekende ijzeren boog met Bohemian Football Club. Founded 1890 is prachtig. Bij de hoofdingang beeld ik me in hoe ik vier jaar geleden als twintigjarige mijn intrede maakt in het Ierse voetbal. Even waande ik mezelf terug op 20 juli 2018, even voelde ik de warmte van een volgepakte Jodi Stand, even zag ik de 6-0 op het scorebord staan tegen Bray Wanderes en even hoorde ik het we are Bohs door Dalymount Park galmen.

We are Bohs Bohs,
Always believe in your soul,
You’ve got the power to know,
You’re indestructible,
Always believing.